(Blog) Wie wat bewaart, die heeft wat. Het gezegde heeft een positieve connotatie en gaat ook op als je kijkt naar de digitale informatiehuishouding. Virtuele opslagruimte is tegenwoordig onbeperkt en de hoeveelheid netwerkmappen is schier oneindig. Toch is het verstandig om zorgvuldig na te denken over de vraag wat je als overheidsorganisatie wilt, kunt en moet bewaren. Het feit dat het Rijksprogramma voor Duurzaam Digitale Informatiehuishouding (RDDI) onlangs de speciale campagne ‘Goed bewaard’ startte, geeft aan dat medewerkers binnen de overheid zich niet goed bewust zijn van het belang van goed bewaren. Je kunt je afvragen of deze campagne als een steuntje in de rug moet worden gezien of als teken aan de wand. Hadden we dit niet al veel eerder op orde moeten brengen?
Wat was het vroeger allemaal eenvoudig. Er was louter en alleen papier waarop we onze plannen uiteenzetten, onze beslissingen bekrachtigden en transacties beklonken. Als een zaak was afgedaan, ging het dossier in een specifieke map of ordner en belandde uiteindelijk in een archiefkast in de kelder. Het was tijdrovend werk, er ging wel eens wat fout of er raakte eens iets kwijt, maar overzichtelijk was het wel. Het was namelijk alleen papier en zo hebben overheden en instellingen zo’n 500 jaar hun sporen achter gelaten. Als je het zo bekijkt, kun je niet anders concluderen dan dat er de laatste 20-30 jaar een revolutie heeft plaatsgevonden. Want plotseling staan overheden voor de uitdaging om ook talloze andere media te bewaren en te ontsluiten. We kenden uiteraard al de digitale documenten, maar wat te denken van e-mails, foto’s geluidsfragmenten, videobeelden en Whatsapp-berichten. Ook websites, als officieel orgaan van gemeente, provincie of rijksoverheidsinstelling, zullen op een of andere manier moeten worden vastgelegd.
Actieve openbaarmaking
Tegelijkertijd zien we dat de maatschappij meer openheid en transparantie eist van de overheid. Hoe is een beslissing tot stand gekomen, op basis van welke informatie en wie zijn daarbij betrokken geweest? Verantwoording afleggen heet dat. Burgers en bedrijven hebben recht op toegang tot bepaalde overheidsinformatie via actieve bekendmaking. Wanneer burgers en bedrijven het idee hebben dat er informatie wordt achtergehouden - bewust of onbewust - dan wordt er al snel een Wob-verzoek (Wet openbaarheid van Bestuur) ingediend. Het aantal verzoeken is aanzienlijk toegenomen en het inwilligen ervan vergt doorgaans erg veel werk, juist omdat informatie niet goed is opgeslagen en bewaard. De Wob staat op het punt vervangen te worden door de Wet open overheid (Woo). Dit is een initiatiefwet uit 2012 (!), die tot doel heeft om overheden en semi-overheden transparanter te maken. De wet moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. De passieve openbaarmaking van de Wob blijft gehandhaafd in de Woo en daarnaast komt er een verplichting voor actieve openbaarmaking. En verder hebben overheidsinstellingen nog te maken met de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid), de Archiefwet en de AVG. Er is dus al met al een helder juridisch kader om een antwoord te geven op de vraag: wat moet je bewaren?
